Over de eerste drie kwartalen hebben we €800.000 aan rente baten ontvangen op het schatkistbankieren-saldo. In de begroting is er geen rekening gehouden met deze rente-inkomsten omdat in de begroting financiering nodig was voor onder andere de investeringen. Nu investeringen vertraagd zijn en de inkomsten vanuit het rijk meevallen, is het saldo van het schatkistbankieren vanaf het derde kwartaal weer gestegen tot het niveau hoger dan in het begin van het jaar. Daarnaast is de rentevergoeding gestegen van 0,6% bij het opmaken van de begroting, naar 3,9% op dit moment (de jaren hiervoor was dit 0% rente). We verwachten nu een rentebaat van totaal €1,3 miljoen over 2023. Dit betekent ook dat wij op begrotingsbasis meer rente hebben doorbelast op de taakvelden dan de werkelijke rentelast, ongeveer 37% meer. De BBV verplicht ons dit aan te passen wanneer de afwijking groter is dan 25%.

Omslagrente:

“Correctie wordt verplicht gesteld indien deze afwijking groter is dan 25%” (Commissie BBV 2017, pagina 9). Dit heeft als gevolg dat de omslagrente wordt verlaagd van 2,3% naar 1,7%.

De lagere toerekening leidt tot voordelen op de programma’s. Per saldo zullen de hogere rentebaten van €1,3 miljoen leiden tot een hoger renteresultaat. Voor- en nadelen op de rente worden verrekend met de Generieke weerstandsreserve.

Lopende kredieten

In de kwartaalrapportages wordt ook per programma gerapporteerd over de lopende investeringen.

Grote projecten

In de leidraad Grote projecten is afgesproken dat via de reguliere kwartaalrapportages de rapportage plaats vindt over de grote projecten.