In afstemming met de Belastingdienst zijn voor de jaren 2016 tot en met 2023 aan de gemeente Deventer aanslagen opgelegd voor de activiteiten ‘reclame in de openbare ruimte’, ‘brandstofverkooppunten’ en ‘grondbedrijf’. De gemeente heeft deze aanslagen betaald om het negatief financieel effect van belastingrente te voorkomen en om een procedure te kunnen starten. Dit kan pas nadat een aanslag is betaald. Voor het grondbedrijf wordt momenteel een analyse Vpb-plicht uitgevoerd. Op basis van deze analyse moet blijken wanneer voor de gemeente Deventer een onderneming ontstaat waarvoor over de positieve resultaten vennootschapsbelasting moet worden afgedragen. Op dit moment is het meerjarig nadelig financieel effect hiervan nog niet bekend. Op basis van de wetgeving zijn ook alle andere activiteiten van de gemeente Deventer onderzocht of sprake is van het drijven van een onderneming. Op basis van dit onderzoek is de gemeente Deventer van mening dat dit niet het geval is.

De opbrengst voor terras precario (€25.000) en precario melding inneming openbare gemeentegrond (€80.000) is hoger dan begroot.

Voor een nadere toelichting zie programma Milieu en Duurzaamheid.

Vanwege de sterk gestegen energieprijzen in 2022 is er in de begroting 2023 een eenmalig bedrag ter hoogte van €3 miljoen gereserveerd Met dit bedrag kunnen maatschappelijke instellingen worden ondersteund. Bij de instelling van de regeling was het nog onbekend in hoeverre rijksmaatregelen deze maatschappelijke instellingen financieel zouden ondersteunen. Bij de 1e kwartaalrapportage zijn de vrijgevallen coronamiddelen hieraan toegevoegd, ter hoogte van €1,2 miljoen. De regeling voor energiecompensatie is ingesteld voor 2022 en 2023. De regeling voor 2022 loopt ten einde. Een (beperkt) aantal maatschappelijke instellingen hebben hier een beroep op gedaan, het grootste deel van de aanvragen is toegekend, totaal voor €84.131. Dit omdat het rijk ook deze instellingen heeft gecompenseerd. Daarnaast heeft Circulus hier een beroep op gedaan voor €296.250 (DVO buitenruimte programma Leefomgeving en DVO grondstoffen programma Milieu en duurzaamheid). Totaal wordt de stelpost voor €380.381 aangewend. De verwachting is dat er meer instellingen een beroep op de regeling doen over 2023, een eerste inschatting is circa € 500.000. Voorgesteld wordt om dit bedrag te blijven reserveren. Dit heeft als gevolg dat er €3.319.619 kan vrijvallen.

De bestendige beleidslijn is dat de uitkomst van de septembercirculaire wordt opgenomen in de derde kwartaalrapportage en wordt betrokken bij de volgende Voorjaarsnota. De ramingen die betrekking hebben op de ontwikkeling van het gemeentefonds worden bijgesteld.

Naar aanleiding van de uitkomst van de septembercirculaire en de onderhanden zijnde CAO onderhandelingen is de stelpost voor lonen en prijzen verhoogd. Dit om toekomstige prijs- en loonstijgingen op te vangen. In de raadsmededeling van de septembercirculaire AU is de raad hiervan op de hoogte gebracht.

In 2023 is de inzet van de stelpost autonome ontwikkelingen niet nodig gebleken. Er kan €1.725.000 vrijvallen. In 2027 wordt de stelpost aangevuld met €360.000 (zie raadsmededeling septembercirculaire).

Vanaf 2024 wordt de formatie vakgroep Vastgoed uitgebreid met 1,78fte en wordt er 0,22fte overgeheveld vanuit het contractmanagement stadhuis van team Facilitaire Zaken. Werkzaamheden die voorheen werden uitbesteed aan de managing partner worden vanaf 2024 binnen de eigen organisatie verricht. Dit heeft geen financiële gevolgen, de toerekening van de werkzaamheden van de managing partner aan panden wordt vervangen door de toerekening van eigen personeel.

De regeling energiecompensatie loopt door in 2024. Maatschappelijke instellingen kunnen dan op basis van het afwegingskader een aanvraag indienen. De inschatting (op basis van aanvragen over 2023) is dat dit voor ruim €500.000 zal zijn.

Bij het team Projecten Realisatie en Ontwikkeling wordt de formatie uitgebreid  met 3 fte projectondersteuners. Dekking komt uit het toegenomen aantal projecten. Gezien de projectenportefeuille en de naar verwachting blijvende structurele vraag, kan hiermee in plaats van inhuur en tijdelijke bezetting personeel in vaste dienst worden aangenomen.

Voor nadere toelichting zie programma Ruimtelijke Ontwikkeling.

Deventer heeft €207.060 belastingrente betaald aan de Belastingdienst vanwege suppletie aangiften en naheffingen VPB. Dit bedrag wordt geput uit de generieke weerstandsreserve.

De stelpost investeringsmiddelen is in 2023 voor €92.141 niet aangewend. Dit bedrag wordt gestort in de reserve gemeentebrede investeringen.

In 2023 is van de openstaande vorderingen in totaal voor €318.862 oninbaar verklaard. De reden voor het oninbaar verklaren van vorderingen verschilt per debiteur. Over het algemeen betreft het een faillissement dan wel beëindigde bedrijfsactiviteiten, Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP), onvindbare debiteuren of het ontbreken van juridische mogelijkheden. De stand van de voorziening dubieuze debiteuren vóór afboeking van de oninbare vorderingen bedroeg €1.243.679. Na afboeking van de oninbare bedragen van €318.862, resteert een saldo van €924.817. Voor 2023 is de verwachting dat een voorziening van €1.045.951 toereikend is. Dit resulteert in een benodigde dotatie van €212.133. Conform de vastgestelde regels moet deze dotatie worden toegerekend aan de onderdelen van waaruit destijds de opbrengsten zijn geboekt. Dit leidt tot de onderstaande verdeling:

• Huren en pachten: €43.608;
• Betaald Parkeren: €4.845 (budget reeds beschikbaar binnen product);
• Afval: €23.015;
• Rioolheffing: €12.113 (budget reeds beschikbaar binnen product);
• Algemene lasten en baten: €37.551.

Ultimo 2023 wordt de toereikendheid van de gevormde voorziening dubieuze debiteuren nogmaals beoordeeld. Dit voor de juiste waardering/bepaling van de balanspositie per 31 december 2023. De storting voor huren en pachten werd voorheen gedekt uit de reserve onroerende zaken, onderdeel egalisatie onroerende zaken. Deze reserve is bij de eerste kwartaalrapportage 2023 vrijgevallen ten gunste van de algemene middelen. Daarom wordt voor dit onderdeel nu  dekking vanuit de algemene middelen voorgesteld.

Bij de begroting 2023 zijn er middelen beschikbaar gesteld voor de verduurzaming eigen vastgoed. Voor het jaar 2023 gaat het om een bedrag van €200.000. Het niet bestede deel (€125.000) wordt conform raadsbesluit (2023-441) gestort in de reserve verduurzaming vastgoed.

De verwachte opbrengst voor de OZB is €300.000 hoger dan begroot. Het voordeel zit met name bij CNW's (courante niet woningen).

Voor een nadere toelichting zie programma Leefomgeving.

Voor een nadere toelichting zie programma Ruimtelijke ontwikkeling.

De cijfers in de programma’s worden aangepast naar aanleiding van het besluit bij de Begroting 2024 over de voorstellen Nieuw beleid. Zie voor nadere informatie de bijlage.

De cijfers in de programma’s worden ook aangepast naar aanleiding van technische wijzigingen. Zie voor nadere informatie de bijlage.

Voor een nadere toelichting zie programma Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt.

Voor een nadere toelichting zie programma Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt.

Voor een andere toelichting zie programma Meedoen.

Over de eerste drie kwartalen hebben we €800.000 aan rente baten ontvangen op het schatkistbankierensaldo. In de begroting hebben we geen rekening gehouden met deze rente-inkomsten omdat in de begroting financiering nodig was voor onder andere de investeringen. Nu investeringen vertraagd zijn en de inkomsten vanuit het rijk meevallen, is het saldo van het schatkistbankieren vanaf het derde kwartaal weer gestegen tot het niveau hoger dan in het begin van het jaar. Daarnaast is de rentevergoeding gestegen van 0,6% bij het opmaken van de begroting naar 3,9% op dit moment. We verwachten nu een rentebaat van totaal €1,3 miljoen over 2023. Dit betekent dat wij meer rente hebben doorbelast op de taakvelden op begrotingsbasis dan de werkelijke rentelast, ongeveer 37% meer. De BBV verplicht ons dit aan te passen wanneer de afwijking groter is dan 25%. Dit heeft als gevolg dat de omslagrente wordt aangepast van 2,3% naar 1,7%. De lagere toerekening leidt tot voordelen op de programma’s. Per saldo zullen de hogere rentebaten van €1,3 miljoen leiden tot een hoger renteresultaat. Voor- en nadelen op de rente worden verrekend met de Generieke weerstandsreserve.

Het positieve resultaat van de 3e kwartaalrapportage wordt gestort in de Generieke weerstandsreserve.

Voor een nadere toelichting zie de afwijking Energiecompensatie ondersteuningsfonds